Ooit woonden hier Jan Steen, Paulus Potter en Van Gogh
Geraldina Metselaar
In het Buitenmuseum in het oude centrum van Den Haag valt van alles te zien, te horen en te beleven. Hier werd geschiedenis geschreven door onder anderen de wereldberoemde schrijver/filosoof Spi-noza”, vertellen de initiatiefnemers. Ruim vijf jaar geleden bedachten de huidige directeur Wimmie Hofstra en bestuursleden Michiel Voorhoeve en Cathanina Abels het idee voor een Buitenmuseum. Een anders-dan-anders museum met als uitvalsbasis drie imposante woonhuizen aan de Dunne Bierkade. Ooit woonden daar de schilders Jan van Goyen, Jan Steen, Paulus Potter en stadstimmerman Van Balckencynde.
Het was toen een minstens zo’n roerige tijd als nu”, vertelt Hofstra, die naast directeur ook kunsthis- torica is met een voorliefde voor de Gounden eeuw. „We hadden de Tachtigjarige Oorlog achter de rug. Er golfde een zoveelste pestepidemie door ons land. Tegelijk ontpopten de Hollanders zich als een volk met een ongekende ondernemerslust. Alleskunner Jan van Goyen zag overal handel in. Van bloembollen tot grond en van huizen tot schilderijen.”
Gouden tijden
De schilders beleefden gouden jaren. Hun werk werd gretig afgenomen door de nieuwe rijken, maar ook door de gegoede burgerij. Ze kochten graag een werk van de zogenoemde natuurschilder Jan van Goyen. Een weekendje weg of langer naar de bossen, was indertijd alleen weggelegd voor aristocraten die een koninklijk buitenverblijf hadden. Met een schilder waarop een tafereel vol natuurweelde was afgebeeld, waande ook de gegoede burgerij zich buiten de stad. Hofstra „Samen maakten Steen, Potter, Van Goyen en andere Hollandse meesters vele honderden of misschien zelfs duizenden schilderwerken. Schilderijen die bijna iedereen wel eens heeft gezien. Zoals de Stier van Paulus Potter in het Mauritshuis Hoe mool zou het zijn om men sen ook te laten zien waar sommige van die wereldberoemde werken zijn geschilderd, meenden de initiatiefnemers voor het Buitenmuseum. Te meer omdat het Museumkwartier met het Mauritshuis en het Haags Historisch Museum, zich op een steenworp afstand bevindt. „Wist je dat de opslag van herinneringen in het menselijk brein alles te maken heeft met de locatie waar iets heeft plaatsgevonden”, stelt Voorhoeve. „Dat bleek uit een wetenschappelijk onderzoek van The National Trust, de grote Engelse Monumentenbeheerder. Het bezoek aan huis of een locatie waar iets is gebeurd of waar iemand woonde, beklijft beter dan een museumbezoek.” Hofstra weet een treffend voorbeeld en gaat voor naar de eerste etage van het vroegere woonhuis van Paulus Potter. Zo goed als zeker vond de schilder er inspiratie voor de Stier. „Kijk”, wijst ze, „nu zien we huizenrijen aan de overkant van de gracht. In de 17de eeuw was dit de rand van de stad en keek je uit op koeien, schapen en landerijen. Betreed je het voormalige woonhuis van stadstimmerman Van Balckeneynde”, vervolgt Hofstra. opgetrokken uit zandsteen, dan stap je terug in de tijd van pracht en praal. Van Balckeneynde ontwierp onder meer het Catshuis. Lopen we van de Dunne Bierkade richting de Paviljoens- gracht, dan vinden we daar het huis dat Van Goyen liet bouwen en waar later de beroemde schrijver/filosoof Spinoza woonde. Op zolder schreef hij er zijn werk Ethica met ideeën over het democratische bestel en de vrijheid van meningsuiting. Zoals we dat in ons land en in veel andere landen wereldwijd nog altijd kennen.” Het Buitenmuseum leidt je vervolgens van het Heilige Geesthofje tegenover het huis van Spinoza op de Paviljoensgracht naar het Steegje van Spinoza. Het zijn plekken met een ongekende historie. Net als in 17de eeuw hadden ook in de 19de eeuw schilders van onder meer de Haagse School hun intrek genomen in het oude centrum. Ook streek de kunstenaar Vincent van Gogh er enige tijd neer. Hofstra “Het oude centrum fungeerde indertijd als creatieve broedplaats voor kunstenaars, schrijvers en vrijdenkers.” Tot de wijk in verval raakte. Je zag hetzelfde gebeuren in andere grote steden, stelt Voorhoeve, die opgroeide aan de Dunne Bierkade. Notabelen trokken uit de stad. Ook mijn familie wilde per se verhuizen paar het Benoordenhout en ondertussen verloederden de eens zo prachtige huizen. De buurt werd een broedplaats voor criminaliteit en duistere praktijken. Mede door ingripende veranderingen van de gemeente, kwam de omslag. De Stationsweg werd op nieuw bestraat het doorgaande verkeer beknot, huizen gerenoveerd of er kwam nieuwbouw voor in de plaats. „Langzaam verandert het oude centrum in een van de hipste plekken van de stad”, weet Hofstra Je ziet dat bijvoorbeeld ook in Rotterdam en Breda. Er komen steeds meer mensen wonen die een liefde hebben voor de oude huizen en historie die deze buurten herbergen. Ook vind je hier steeds meer bijzondere winkeltjes, vegan lunchrooms en trendy eetgelegenheden.”
Twee voetbalvelden
Gestaag werken de initiatiefnemers aan het Buitenmuseum. Met z’n aanzienlijke oppervlakte van ongeveer 12000 vierkante meter van bijna twee voetbalvelden, kun je het een museum van formaat noemen. Er zijn informatieve gevelborden bevestigd. Er is een audiotour gemaakt en er zijn rondleidingen in de drie huizen met hun stijltuinen. Twee coronajaren hebben de ontwikkeling van het Buitenmuseum vertraagd. Gelukkig maakten veel mensen de wandeling. Binnenkort komen er workshops, zoals een bloemstilleven schilderen, themawandelingen inclusief de activiteiten van de Van Gogh Experience, kleine concerten en meer. Er liggen nog zo ved verhalen voor het oprapen.”